Mhihihihihi - Top Gear


02-08-2005 Topgear Magazine

Michiel Romeyn - Verliefd

Ik was nog maar een jongen, ik meen zelfs met een Amerikaans geblokt golfhoedje en een rood baseballjasje met op de achterkant Blooming genaaid. En dat in een tijd dat mijn klasgenoten en iedereen in de Afghaanse jas van Lou Lap liep en in de India-jurken van het Waterlooplein. Ik moet hier wel bij vertellen dat ik, zoals iedereen, wel op de bekende Spaanse laars liep, maar nadat de laars iets essentieels in mijn voet had ontwricht, heb ik nog jarenlang in gewone schoenen met steunzooltjes gelopen. Het was ook de tijd van Bob Dylan, Country Joe en the Gratefull Dead; het was de tijd dat ik stiekem een plaat van de Carpenters onder mijn Perzisch tapijt verstopte. Vooral het hangen in meisjeskamers, garageboxen en kelders en dan met name het niets doen, was erg in. Kortom het was not done je echt ergens druk over te maken. Het grootste taboe was geld verdienen. Ik heb dan ook maar een dag bij Albert Heyn gewerkt omdat ik met grote stelligheid op die zaterdagmiddag een pallet met twintig dozen sherry tegen een in de weg staande kolom had gereden.

Ik was toen al een beetje bezig met fotografie op de 6x6 Rolleicord van mijn moeder. Er ging een wereld voor me open. Ik vond het geweldig en drukte alles af, van kamerplant tot Indiaas tapijt. Met de gift van mijn opa's en oma's kon ik mij een goedkope Oost-Europese spiegel-reflex Exacta aanschaffen plus een 135 mm lens.

Net zoals mijn geheime fascinatie voor de Carpenters had ik ook een geheime fascinatie voor snelheid. Het begon met de Formule 1 bootraces op de Amstel, met de Nederlandse wereldkampioen van de Velde voorop en achter hem een heel peloton V-bodems en Molinari catamarans die met minstens 170 km/u rakelings langs de pijlers van de Utrechtsebrug gierde. Gek was ik ook op mijn slotracebaan waar ik met mijn buurjongen hele trajecten van tientallen meters door het ouderlijk huis legde en tot diep in de nacht racete. Met speciale chassis en motoren (Mura en Black Power) natuurlijk, die we in Engeland bestelden, om de standaard tuttige autootjes waarmee de andere buurjongens speelden, weg te blazen.

De sensatie van snelheid zat diep in mijn jonge aderen. Waar andere generatiegenoten zich probeerde te verdoven, kreeg ik juist het tegenovergestelde. Met mijn Exacta legde ik alles vast: boten, auto's, windhonden op de renbaan van Ookmeer. Op 'Die Dag' was ik voor de tweede keer bij de Formule 1-races op Zandvoort. Ik was vlakbij tunnel Oost toen ik een roetzwarte pluim zag opstijgen. Ik holde erheen en zag een coureur in wilde paniek om zich heen kijken. Naast hem lag de wagen van zijn vriend en coureur, op zijn kop, de neus in lichterlaaie. Het naargeestige beeld van de coureur in wanhopige paniek, die alleen en zonder enige hulp probeerde de omgeslagen wagen weer op zijn wielen te krijgen, blijft voor altijd in mijn geheugen gegrift. Met z'n honderden keken we achter de hekken machteloos toe en zagen hoe de coureur, nog wanhopiger, een brandblusser uit de handen van een werkloos toeziende brandweerman probeerde te trekken (het stuk waar de wagen lag te branden was niet zijn werkgebied, bleek later). De enige die echt iets had kunnen doen, stond als een halsstarrig kind zijn speelgoed verdedigen, en pas na lange tijd en zinvol geweld van de coureur gaf hij de brandblusser onder protest af.

Helaas wist de coureur niet hoe hij met de brandblusser moest omgaan en spoot deze in een keer leeg, in plaats van in salvo's. Voor een halve minuut leek de brand geblust, maar onder de enorme schuimdeken begon het langzaamaan weer te branden om nu definitief de verongelukte coureur die nog in zijn wagen vast zat, in een gigantische inktzwarte rookwolk voor altijd te doen verdwijnen. Hierna heb ik me voor lange tijd vrijwillig bij mijn generatiegenoten aangesloten. Behalve aan Bob Dylan deed ik aan alles mee.

Nu, een jaar of dertig later sta ik op uitnodiging van Mario van de Officials Club Automobielsport weer in Zandvoort. Met Eric, een oude vriend en een pubermeisje van zeventien jaar in hippie kleren en slobbertrui, bij het betonnen flagmarshallhuisje. Zij legt met een bijna neurotische gretigheid zoveel mogelijk vast van deze voor haar nieuwe ervaring met haar digitale cameraatje.

Het is een unicum voor Zandvoort: Formule 1. Na lange tijd knetteren, rochelen en gieren twee Ferrari's met een ontiegelijke snelheid op de Tarzanbocht af om na de bocht als een futuristisch krijsende rode kogel onzichtbaar te verdwijnen. Om het publiek en het pubermeisje naast mij in doodse stilte en verbijstering achter te laten…

De sensatie neemt alleen maar toe wanneer het geluid weer aanzwelt en het hoge gejank voor de tweede en derde keer overgaat in sonoor gerochel voor het nemen van de Tarzanbocht. Ik kijk naar het meisje naast me die ietwat dommig met een half open mond voor zich uit staart. Ze is duidelijk aangeslagen. Ik vraag voorzichtig wat er aan de hand is. Na een korte stilte zegt ze resoluut: 'Ik ben verliefd.'


Michiel Romeyn


Weer terug?