Mhihihihihi - Top Gear
05-11-2005 Met dank aan: Topgear Magazine
Michiel Romeyn - Alto
Het kwam omdat laatst iemand tegen mij zei dat zijn zoontje van twee jaar, die nog amper een paar woorden achterelkaar kon zeggen, feilloos alle automerken op straat uit zijn hoofd wist. Dan dringt de vraag zich al snel aan je op hoe dat met jezelf zat op die leeftijd. Nu is twee jaar wel erg pril, maar na een kwartier op de bank liggend en het archief in mijn hoofd te hebben opengebroken, kwam ik er achter dat ik dat sterke observatievermogen toen ook bezat. Hoe kan dat? Zouden meisjes dat ook hebben? Waren auto's vroeger uitgesprokener van vorm?
Nee, kinderen van nu hebben dat ook. Kortom, voer voor hersendeskundigen. Zelfs weet ik nog welk merk, type en kleur de auto van de buurman was. Als ik nog dieper mijn archief in duik, weet ik zelfs nog welke kleuren en merken de vaders en moeders van mijn klasgenoten bezaten (nu houd ik op, nu wordt het eng). Wat je op school aan informatie naar binnen kreeg gepropt, vervloog als aceton, huiswerkcursussen ten spijt, maar ik hoefde maar één boekje over auto's gelezen te hebben en ik wist alle ins en outs van alle merken. Natuurlijk wist ik ook welke auto voor mij was, dat was duidelijk: kleur, type, banden, bekleding enzovoort. Daar hoeft niet aan getwijfeld te worden. Iemand met een andere smaak kon het voor de rest van het schooljaar wel vergeten. Hoon en spot was zijn deel.
De toon was gezet, je was voor de Stones of voor de Beatles, maar het ging bij mij nog verder: de Beatles bestonden niet eens. Dit gevoel leefde voor mij nog sterker op autogebied. Ik hield en houd niet van treinen, en helemaal niet om mee te reizen. Nu ik na jaren noodgedwongen weer in een trein zit, denk ik aan mijn nicht en haar Alto.
Ik had een nicht, Karen, die een hele goede verpleegster was. Nu praat ik over mijn hippe jaren. Zij was een hele stevige vrouw met hele stevige benen waar je op kon bouwen, ze had een groot rond vlekkerig gezicht met een vriendelijke oogopslag, zoals mijn moedert altijd zei. Met die stevige benen liep ze vaak met een hechte club vriendinnen door de Alpen en nog zowat. Ik weet nog dat mijn opa mij op een familiebijeenkomst een keer apart nam en mij aankeek met zo'n vaderlijke blik zoals Sean Connery hem kan hebben, zo'n blik dat iemand heel lang en diep over iets nagedacht heeft. Het was even stil en toen kwam het hoge woord eruit: 'Die nicht van jou, die heeft geen mannenvlees.' Mijn mond viel open. Was dit nou alles? Dat was voor de familie al jaren duidelijk. Later bleek dat tante en oom bijna uit elkaar waren gegaan omdat oom geen pot in zijn gezin wilde hebben.
Maar goed, deze Karen zou mij na een familie-bijeenkomst naar huis brengen, naar Amsterdam. Door de straat lopend naar haar auto toe stopte zij apetrots bij een witte Suzuki Alto. Eén ding was duidelijk: met dit autootje liet ik mij niet in Amsterdam afzetten. Stel dat een bekende je ziet! Ik kon er, nu en toen, nogal slonzig bijlopen. Hoe vaak heb ik mijn moeder niet zuchtend op het stoeltje in de hal zien zitten, zeggend 'Zo ga ik met jou de straat niet op.' En zo was het ook met deze Alto. Dit is niet goed voor mens en auto. Deze auto had nooit gemaakt mogen worden. Op de zijkant van deze witte Alto bevond zich een gek eigentijds design in de kleuren paars, oker en roze. Je ziet dit design nog wel op windjacks van kettingrokende volkse vrouwen uit Amsterdam-west.
Binnen in de auto had Karen haar eigen creativiteit en fantasie los gelaten: op de hoedenplank lagen zorgvuldig gerangschikte knuffels, ik denk wel een stuk of honderd, de meeste in de kleuren van het design aan de buitenkant. Hiertussen allerlei foto's van dierbare vriendinnen in korte broek en wandelschoen, met hoge bergen achter zich. Tussen veel stickers op de achterruit, waaronder één met 'Ik rem ook voor dieren', bevond zich een lichtgroen zwaaiend handje met de tekst 'Doeg'. Keurig in de hoeken van de geruite achterbank lagen twee smetteloze zelf geborduurde kussens met daarop haar poezen Duimpje en Doezel. Hangend aan de voorspiegel twee rode bokshandschoentjes, om het stuur roze angorabont. Kortom, een hele schiettent vol met rotzooi. Toen zij mij met haar vriendelijke oogopslag een zuurtje aanbood uit een blikken doosje met daarop een foto van haar en een vriendin (ze kenden elkaar al lang, zo te zien aan het vergeelde plakband), heb ik haar een stevige hand gegeven en ben weggelopen. Sindsdien heb ik haar nooit meer gezien.
Zo zat ik voor de tweede keer van mijn leven in de trein. En geregeld speel ik sindsdien met vrienden het spel 'mens en auto'. Mocht je je er ook aan willen wagen, een paar voorbeelden om je op weg te helpen:
- Met Erica Terpstra uit een Fiat Multipla stappen bij een officiële opening;
- Zitten naast een jongen met uitgeschoren nek en fantasiehaar in een tien jaar oude verlaagde VW Golf met dubbele sportuitlaat en geblindeerde achterruit met daarop de woorden 'No Fear;'
- Een boefje met zijn arm gestrekt bovenop het stuur, met zo'n hoofd van 'niemand maakt gekkigheid met mij', zittend in een lichtblauwe Subaru waarvan het merk verwijderd is, met bronskleurige wielen en een enorme taartschep op de achterkant.
Michiel Romeyn
Weer terug?