Mhihihihihi - Top Gear
06-12-2005 Met dank aan: Topgear Magazine
Kees Prins - Het nut van snelheid
Wat is het nut van een snelle voorwaartse verplaatsing? Je zou zeggen: tijdwinst bij de reis van punt A naar punt B. En dat is natuurlijk ook zo. Deed je met paard en wagen nog een hele dag (of soms wel twee) over de afstand Amsterdam - Rotterdam, nu ben je, in een filevrij Utopia althans, niet meer dan een uur kwijt. En dat scheelt veel irritatie, verveling en zitvlees. Maar er is nog een ander, minder voor de hand liggend nut.
Ik ken niemand die niet hetzelfde heeft als ik: hard op het gaspedaal trappen, voelt lekker. In een auto met een motor van enig formaat bij het indrukken van het gas je rug tegen de leuning van je stoel gedrukt voelen worden, geeft een zeldzame opwinding die, als hij al vergeleken moet worden, nog het dichtst in de buurt komt van een erotische ervaring. Zoals je bij het passeren van een mooie vrouw een wee gevoel in de onderbuik kan krijgen, zo wekt het optrekken in een mooie auto hetzelfde op.
Maar dan ben je pas aan het begin. Wat volgt is de reis zelf, en daar manifesteert zich een heel ander fenomeen. Hier is geen sprake meer van erotiek, hier is sprake van rust. Je langdurig met hoge snelheid voortbewegen, geeft een aangenaam, bevrijd gevoel. Je bent heer en meester in een beperkte ruimte die alleen van jou is, er is niemand die aan je kop zeurt, je enige verantwoordelijkheid op dat moment is zorgen dat je geen ongelukken maakt. En nu komt het frappante: het grootst is dit 'geluksgevoel', want zo mogen we het wel noemen, als de reis die we ondernemen geen doel heeft. Als de enige functie van de reis, de reis zelf is.
Ik ken een scenarioschrijver die, als hij met zijn verhaal vast komt te zitten, niet eindeloos door zijn werkkamer gaat ijsberen of het zoveelste kopje koffie neemt, nee, hij stapt in de auto en gaat rijden. En tijdens zo'n doelloze rit valt hem dan het ene goede idee na het andere in.
Nou is dat mooi voor hem en ik wens hem er het allerbeste mee, maar bij mij gaat het meestal nog een stap verder. Als ik in de auto ga zitten om zomaar een eind rond te rijden (vooral met een kater is deze behoefte schier onbedwingbaar), denk ik voornamelijk aan niets. Er komt geen gedachte in mijn hoofd op. Ik verkeer in een infrastructureel niemandsland. Weilanden en dorpen razen aan me voorbij, ik doe indrukken op, maar ik lijk ze niet te registreren. Hooguit kan ik me achteraf nog een vreemd uitziende kerktoren of een twee parende koeien herinneren. Maar ik merk wel dat ik er rustig van word. Alsof ik eindelijk een keer goed geslapen heb. Het is juist het nutteloze van de actie, de verspilling van tijd, het voortbewegen met grote snelheid terwijl daar geen enkele reden voor is, die mij brengt in een staat van puur 'zijn' en die mij vervult met een diepe vrede.
Rijden zen-boeddhisten ook auto?
Kees Prins
Weer terug?