Johnny & Willie - Burenruzie




Buren



Zure regen, zure regen, zure regen, oh ik kan er niet meer tegen. Zure regen, zure regen, zure regen...

OK, doei!

Zure regen... Dag buurvrouw.

Janine! Janine! Kom nou!

Ja!

Gooi effe dat blauwe ding naar beneden!

Welk blauwe ding?

Dat blauwe onderdeel van die wagen! Met die katrollen d'r aan!

Dat heb ik net aan Henny meegegeven!

Heb je dat aan Henny meegegeven? Wat heb ik nou verdomme gezegd? Stoephoer!

Wat nou?

Ja

Je gaat niet lollig tegen me leggen doen hè?

Oh nee.

Oh!

Een paar dikke plakken stront in je nek! Ja! Altijd wat met jou hoor!



Johnny?

Ja?

Johnny?

Jaa!

Je moeder heb gebeld!

Nou en?

Wat nou en?

Laat ze maar een natte muts krijgen.

Je moet 'er helpen.

Ja, tante Schelpen.

Met z'n twee dan?

Hey, we moeten anders naar Landsmeer toe, Johnny.

Ja, naar Landsmeer. Ja, daar ben ik al geweest!

Nee, daar hebben ze wel die sluitingen.

Ja, maar daar passen die T-stukken passen daar niet op.

Jawel.

Nee.

Buurman?

Nee, ja nee die T-stukken niet, maar daar hebben ze dan weer een verloop-nippel voor.

Buurman?

Nee, dan zit ik met die 12 centimeter dat komt 'ie nooit achterin! Dat heb ik al geprobeerd, dat heb helemaal geen zin!

Buurman?

Maar dat zit toch met een engelse sluiting?

Ja, maar je heb die franse bouting d'r op zitten!

Ja, maar dan ken je toch die...

Johnny! Johnny!



Ja!

Ze ligt op je wagen!

Pleuris m'n wagen! Je gaat van m'n wagen hoor! Tering pleuris! Zie je me wagen?

Johnny. Johnny! Hou op nou!

Hiero! Hier pak aan! Trut! Godverdomme m'n hele wagen! M'n hand doet zelfs pijn van dat enge nekkie! Aah! Ga nog op die wagen zitten! Ga nog effe een keer! Ga nog effe!

Wat is hier aan de hand?

Godverdomme!

Dag Edith.

Dag Ernst, ik ben per ongeluk op de wagen van de buurman gevallen.

Dag buurman!

Op de wagen? Op de woage van de buurman gevallen? Je staat godverdomme met die rare platte reet m'n hele wagen in te deuken! Ben je niet goed bij je hoofd?

Ja, voor de buurman is de wagen natuurlijk net zo belangrijk als voor ons onze vleugel.

Godverdomme! Ben jij niet goed bij je hoofd? Onze vleugel? Ik leg zo een knuppel in de nek van dat zeehondje van je hoor! Bijdehandte idioot! Je moet es wat aan je haar doen! Godverdomme, haha...

Zeg buurman nou moet u even luisteren, die wagen die staat nu al voor de vijfde of de zesde keer schuin geparkeerd op de stoep.

Ja? Ja? Erg hè?

En daar willen kleine kinderen langs, er willen mensen langs en ik zou er nu trouwens ook even langs willen!

Oh ja? Oh ja? Erg hè? Gaat niet, hè. Dat gaat niet, hè?

Hier gaat het ook niet!

Laar me los Edith, ik heb hoofdpijn!

Ernst! Ernst! Ernst. Kom, we gaan de fiets even door het raam naar binnen doen! Nee.

Oh! We gaan door het raam heen! Moet ik helpen? Moet ik u helpen, moet 'ie door het raam? Het is niet waar!

Gaat niet hè?

Zo. Het klemt een beetje. Ik krijg hem d'r niet door. Hij kan er makkelijk onderdoor.

Oh wacht even, de fiets moet naar binnen bedoelt u? De fiets moet naar binnen?

Kijk uit!

Dames en heren?

Oh, wat vreselijk!



Volgende week in Buren: Johnny duwt de buurman met zijn hoofd in een emmer water

Dat ging goed he?


Weer terug?