Mhihihihihi - Delirium uitzending

Jiskefet - Delirium uitzending


Met:

  • Kamphuys
  • Kerstens
  • Van Binsbergen
  • Verteller
  • Kapitein
  • Wielewinneke
  • De Soldaat
  • De Zingende Kabouter
  • Tony van Heemschut


    0:00 Kamphuys komt straalbezopen binnenlopen en valt, hangend op een stoel, in slaap en droomt...

    Kamphuys: Jezus...

    Fuck, fuck, fuck!

    0:01 Stinkdier: (In het bos) Pfff. Godverdomme wat is het koud buiten. Dat valt niet mee zeg. Nou, even de kachel opporren. De eikeltjes-koffie staat al te borrelen. Goed zo. Blij dat ik zit. Ik ben benieuwd of eh Rendier nog langskomt vandaag. Meestal komt 'ie wel tegen deze tijd. Maar je weet het maar nooit.

    Stinkdier: He, daar zal je 'm hebben.

    Rendier: He, Stinkdier!

    Stinkdier: Rendier!

    Rendier: Stinkdier, hoe is het?

    Stinkdier: Goed dat je d'r bent jongen!

    Rendier: Oh, wat een kou, hè?

    Stinkdier: Wat een kou, zeg dat wel.

    Rendier: Die winter gaat maar niet over, maar hier ruikt het tenminste lekker naar warme eikeltjeskoffie.

    Stinkdier: Zo is dat, Rendier. We gaan d'r eens effe lekker tegenaan, een fijne bak is nooit weg. Eekhoorn nog gezien, de laatste tijd?

    Rendier: Oh nee, die is allang door zijn voorraden heen.

    Stinkdier: Ja, hè? Die Eekhoorn die heb van de zomer te weinig verzameld, en dan mot 'ie dan zit 'ie nou met de gebakke peren! Hier man, drink op, 't is koud genoeg.

    Rendier: Dat ruikt lekker, gheh. Die Eekhoorn heeft veel te lang zitten flierefluiten, maar als 'ie nou hier komt aankloppen voor zijn beukenootjes, geven wij mooi niet thuis, hèhèhèhèhè.

    Stinkdier: Zo is dat, gelijk heb je.

    Rendier: God, ik ben verkouden geworden zeg, van die winter.

    Stinkdier: Oh ja?

    Rendier: (Snuit zijn snuit en niest flink)Zo

    Stinkdier: Zo, nou, is morgen in ieder geval mooi weer, haha.

    Rendier: Dat zeggen ze, ja.

    Stinkdier: Dat zeggen ze wel eens. Zo. Wat hoor ik nou? Hoor jij wat? Hoor jij hetzelfde wat ik hoor?

    Rendier: Het lijkt wel of ik iemand hoor snurken.

    Stinkdier: Dat is mijn idee precies!

    Rendier: Maar waar komt het vandaan?

    Stinkdier: Ik weet het niet, daar ergens vandaan.

    Rendier: Even kijken. Het komt van de deur. Hé, dat is Das! Wat lig jij hier op de mat te maffen Das, ga ergens anders je roes uitslapen, luie donder! Ghe!

    Stinkdier: Zo is dat! (Schiet op Das)

    Rendier: Je stinkt ook nog, ga je toch bade-Das! Wegwezen!

    Stinkdier: Wegwezen Das, en vertoon je niet meer op het erf! (Schiet op Das) Zo, als 'ie nog één keer terugkomt, hang ik hem aan de hoogste strop-Das. Hèhè. Wat denkt 'ie wel?

    Rendier: Zo, dat zal hem leren.

    Stinkdier: Dat zal hem leren. Ghè. (Kabouter zingt) Potverdomme. Dat is nou al de hele week aan de hand! Ja zeg! (Schiet kabouter neer) Zo, die zegt niks meer.



    Ja, wat was er nou, precies aan de hand? Het wonderlijke is dat Rico, voor het gemak Rocky, die dag het niet meer zag zitten. En, Wielewinneke, met een groot vraagteken, had niet het idee dat zij zichzelf bezag in het idee wat Rico van zichzelf bevroedde. En, zij bestond het in de bosrand te gaan staan en te denken bij zichzelf, het zal mijn tijd wel duren. Zo gezegd zo gedaan. Een soort katapult-effect. En hij had geen zin meer om verantwoording te zoeken bij de achterban in het bos... En hij liep door de uiterwaarders vanaf de Zomerdijk naar de rivier. Een simpele rivier. Maar oh-la-la, zo gevaarlijk die stroming om de kribbetjes, hij was niet vergeten zijn tondeldoos met de vijf kopspijkers en lamellen mee te nemen en zo gezegd zo gedaan.

    0:07 Kamphuys: Nee, nee, niet de river lul. Tondeldoos. Kijk uit.. De stroming... (Valt weer in slaap op de grond)

    En hij zwom naar die rijnaak die eraan kwam met grote golven op de boeg en een enorm kielzog met grote kolken. En hij wist dat hij het niet ging halen. En dat wist Wielewinneke net zo goed. En dat wist de Das, en dat wist iedereen. En de Das wou nog roepen "Doe het niet..." Maar hij kon het niet. Idioot, hij kon het niet. En de dieren in het bos, ze wilden allemaal een anker, een touw naar hem gooien om hem tegen te houden. En ze roepen.. En dan ging die in de kolk naar beneden met de tondeldoos en de twee lamellen. Godverdomme. En de stroming nam hem mee.

    0:08 Kamphuys: Fuck, fuck, fuck. Fuck, fuck, fuck. (loopt naar de bank) Fuck, fuck. Haa... Oh... (valt op de bank in slaap)

    Niet de buikpost, Kraai!



    Stinkdier: Al een tijdje geen post meer gekregen, hè Rendier?

    Rendier: Het heeft een hele tijd geduurd, maar die luie kraai, voordat 'ie 's met de post komt, dan kan je wel tot Sint Juttemis blijven wachten.

    Stinkdier: Zo is dat, net wat jij zegt, denk ik hetzelfde.

    Rendier: Oh!

    Stinkdier: Wat?

    Rendier: Volgens mij zul je 'm daar net hebben!

    Stinkdier: Nou, daar zal je 'm net hebben, da's ook toevallig!

    Rendier: Hee kraai!

    Stinkdier: Hee kraai!

    Rendier: Kom je met de post, man?

    Stinkdier: Gooi maar naar beneden, man!

    Rendier: Kom op laat maar vallen, hoor!

    Stinkdier: Kom op, laat maar vallen!

    Rendier: Vooruit maar, Kraai.

    Stinkdier: Getverdemme.

    Rendier: Nee.

    Stinkdier: Nee, dat niet!

    Rendier: Niet de buikpost, kraai! Zo, de brief. Voor ons.

    Stinkdier: Voor ons. Stinkdier en Rendier, postbus Het Bos. Nou, als dat niet voor ons is.

    Rendier: Het zal mij benieuwen.

    Stinkdier: Zo, da's een heel epistel, Rendier. Ik ben benieuwd...

    Rendier: Van wie het zal zijn.

    Stinkdier:Van wie het is. Even kijken, hoor. Eh. Nou! Even kijken wat er op staat, Rendier. Eh. Beste Stinkdier en Rendier. Nou, dat zijn wij.

    Rendier: Het Is voor ons. Hèhèhè. Ik ben van plan volgende week maandag bij jullie langs te komen. Ik hoop dat ik welkom ben. Lieve groeten, Wielewinneke!

    Stinkdier: Wielewinneke! Maar dan komt Wielewinneke volgende week langs!

    Rendier: Hoi! Kom op, we gaan haar meteen terugschrijven dat ze welkom is!

    Stinkdier: Dat is pret en jolijt, Rendier!

    Stinkdier: Hey.. Hey.. Maar wacht eens even. Kijk dat poststempel nou man!

    Rendier: Wat? Wat is er met dat poststempel?

    Stinkdier: Die brief heeft d'r een week over gedaan! Ze komt vandaag!

    Rendier: Ze komt nu-maandag?

    Stinkdier: Ze komt nu-maandag hier naartoe!



    Rendier: Potverdorie Stinkdier.

    Stinkdier: Dat is lachen! (Eet een nootje)

    Rendier: Goh. He. Wat doe je nou Stinkdier? Wat doe je nou man, je stikt nog! Je stikt nog. Je stikt man. Heb je het benauwd, Stinkdier? Volgens mij gaat dat niet goed... Nee, Stinkdier, ga niet, je mag niet gaan. Hou vol! (Stinkdier sterft) Die heeft zich aardig in het nootje verkeken, zeg. Goeiedag!


    So far, so good. De dood is niet leuk.


    Rendier: We dekken hem met het laken toe.


    En hij wist op dat momént, niet goed, wat hij met de situatie aanmoest. Weet jij het, weet ik het?


    0:13 Kamphuys: Fuck, fuck, fuck. (de telefoon gaat) Ja, hallo. He? Kapitein! Er woont hier geen kapitein. Kapitein? Kapitein?


    Kapitein: Zo, zit je weer te niksen?

    Rendier: Kapitein!

    Kapitein: He, is 'ie dood?

    Rendier: In een nootje gestikt, Kapitein.

    Kapitein: Nou, dat werd eens een keer tijd. Zeg als ik jou was, dan zou ik die paddestoel maar met haringen vastzetten, want dat wordt stormen!

    Rendier: Storm op komst?

    Kapitein: Ja, zeker weten!

    Rendier: Volgens mij zit die storm meer in jouw hoofd, Kapitein, dat was laatst ook alleen maar loos alarm!

    Kapitein: Je bent wel knap brutaal aan het worden, hè? (Gezang klinkt van kabouter) Geef 's hier. (Schiet zingende kabouter neer) Zo, die zegt niks meer. Maar eh... Je kan mijn waarschuwingen in de wind slaan, maar dan kom je d'r wel achter.

    Rendier: Zo'n vaart zal het niet lopen, Kapitein.

    Kapitein: Denk je niet? Nou, ik denk van wel! Vastmaken hoor, die paddestoel.



    En of 'ie nou op zoek was naar een zusje, nee dus. Naar een broer? Ja dus! En hij ging, op weg, maar waarheen, hij doolde maar rond! Had 'ie zichzelf d'r mee? Nee! Had 'ie de vrouwtjes d'r mee? Ja! Want waar was 'ie op zoek naar? Weet jij het, weet ik het. En hij kon zijn agressie niet kwijt.

    Weet jij het, weet ik het.

    En hij sloeg! Hij ging door, en hij wist niet waarheen, maar hij ging door. En het bos liet 'ie achter zich. Ja, wind, wat moet je d'r mee? Je kan je mee laten nemen, of je kan er tegen-in spuiten. En nogmaals, hij wist het niet, en hij kwam d'r niet uit. Hij leek wel een gebroken man.



    Stinkdier: Wielewinneke! Waar ben ik? Godverdomme, Rendier, ze is toch gekomen! (Stinkdier word wakker gezoend door Wielewinneke)

    Rendier: Wielewinneke is gekomen, en je leeft weer, Stinkdier!

    Stinkdier: Ik voel me springlevend! Leverder dan ooit tevoren! Wielewinneke.

    Rendier: Ha, die Wielewinneke.

    Stinkdier: Ja, ja. Hihihi.



    Ja, leven is mooi, maar dood zijn ook. En hij beperkte zichzelf met de gedachte dat 'ie geen affectie meer had met datgene wat 'ie daarvoor bedacht had! Vind je het raar of niet? Hij bewoog zichzelf naar een onbewustzijn, waar menig cabaratier het mee eens zou zijn. En hij liep, van Hellevoetsluis naar Den Helder. Op zoek naar die broer, die weliswaar een heel end verder was. Barefoots hoor! Hij liep zijn sloffies aan stukken. Het bloed droop van zijn poten af. We hebben het over Vancouver, we hebben het over de United States of Amerika. Noem ze maar op, Boston, Memphis, en hij liep maar door! Want hij zou die broer ontdekken en weten wat 'ie van zichzelf dacht ten aanzien van die broer! En hij ging maar door en door en door. En hij gooide zijn mutsje weg, just simple as that. En hij loopt op Fifth Avenue in New York, een mooie grote stad, met hele hoge huizen. En hij kijkt, heeft een pizza'tje in z'n mond, hij kijkt in z'n linker ooghoek. Alhoewel, in hoeverre je daarmee kan kijken, maar hij ziet in zijn linker ooghoek een gestalte die hem verdomd veel aan zijn broer doet denken. En hij denkt, nog even kijken. Dus hij tikt tegen die ruit aan, met zijn ringvinger, met het familiewapen erin, hij draait zich om, de man achter het raam en hij zegt: He, Henk. En hij zegt: He, Rico. En op dat moment vervloeien die twee gedachtes en die twee zielen in elkaar, een Siamese tweeling. En dat is het mooie d'r van. Het hele bos danste mee. En iedereen deed zijn best. En links! En rechts! En omhoog! En omlaag! Gossiemijne wat een feest. Jakkes wat een feest eigenlijk. Links, rechts en op. Links, rechts en op. Links, rechts en op.




    0:22 Kamphuys: Oh. Fuck, ik heb corvee. Fuck, fuck, fuck, fuck, fuck. Fuck, fuck, fuck. Shit. (zet de stofzuiger aan en valt op de bank)

    Van Binsbergen: Jezus man. Is er nog iets te zuipen? Jezus man.

    Kerstens: Kamphuys had corvee.

    Van Binsbergen: He?

    Kerstens: Kamphuys had corvee.

    Van Binsbergen: Corvee? Jezus... Hij heeft de hele boel onder zitten kotsen, die Lullo.

    Kerstens: Hey lul. Waarom ben je niet meegegaan naar het boekenbal?

    Van Binsbergen: Wijven jongen! Neuken, neuken, neuken. Jezus man, ze pijpen je op het toilet. Hey. Ze pijpen daar elke homo.

    Kerstens: Als witjes gingen ze. Echt waar. Die ene waar jij mee op de trap zat te praten. Ze had er wel zin in.

    Van Binsbergen: Hey Kamp, ze draaien hem er zo af, Kamp. Die lul is naar het dispuut gegaan.

    Kerstens: Ik heb een idee over mijn boek. Mijn vader gaat eruit. Alleen maar wijven erin.

    Van Binsbergen: En je vader eruit geknipt? Dat heb je niet verteld man!

    Kerstens: Hey kamp.

    Van Binsbergen: Ik denk dat ik ook ga schrijven. Met alleen maar dikke negerinnen erin, man. Hey.

    Kerstens: volgens mij is het niet goed hoor... Ouwe dispuutlul.

    Van Binsbergen: Hey. Lullo.

    Kerstens: Jezus, Kamp

    Kamphuys: Hey...

    Van Binsbergen: Heb je gezopen? Gezopen?

    Kerstens: Heb je gezogen?

    Van Binsbergen: Wacht even. Ik studeer medicijnen, wacht even. Wacht even.

    Kerstens: Wat? Studeer jij medicijnen?

    Van Binsbergen: Al vier jaar man. Ja. Laat mij eens voelen.

    Kerstens: Jezus man, Van Binsbergen. Totaal geen leverfunctie meer. Dan moet je opschoppen.

    Van Binsbergen: Nee, dat moet met beleid. Nee, nee, nee. Op zijn zij, dan kan ie in ieder geval overgeven. Jimi Hendrix zou dan nog leven...

    Kerstens: Moet je zijn gebit er niet eerst uithalen?

    Van Binsbergen: Ehm.. Dat is niet goed hoor... Kamp. Laat mij even.

    Van Binsbergen: (Aan de telefoon): Hey em. Ja... Is Jan-Diederik daar? Ja, wacht even. Wacht even. Ja. Ja. Ja, Jan. Met mij. We hebben een crepeergeval. Ik denk teveel gezopen. Hier ja. Nee, dat snap ik. Ja, weinig pols.

    Kerstens: Het gaat niet goed.

    Van Binsbergen: (Aan de telefoon): Ja, even ontluchten. wacht even. Ga zitten. wacht even. Reanimeren.

    Kerstens: Van onderaf?

    Van Binsbergen: (Aan de telefoon): Ja, ja, ja. dat doe ik. ja.

    Kerstens: Ik moet over een half uur bij Ellis zijn, ik heb helemaal geen zin in dit gelul.

    Van Binsbergen: (Aan de telefoon): Ja. Dan doe ik dat. Goed daar. Ja, god, veel dames enzo. Ja, niets aan de hand. Biertje drinken, lijkt me leuk.

    Kerstens: Van Binsbergen kom op nou, die komt wel weer bij.

    Van Binsbergen: (belt 112): Van Binsbergen ja. Ja, er ligt iemand halfdood te gaan. Gezopen. Binnen een kwartiertje? Is goed! Ja. OK. Dank je.

    Kerstens: Hey Kamp. De mazzel.


    0:29 De Kabouter zingt. Een soldaat schiet hem af en vertrekt met Wielewinneke.


    Gast:

  • Boukje van der Kemp (Wielewinneke)


    Weer terug?