Mhihihihihi - 1992
NRC 07-09-1992
Kracht schuilt in bizarre uitvergroting werkelijkheid
Het VPRO programma Jiskefet heef tin haar korte bestaan een aantal onvergetelijke televisiemomenten voortgebracht.
De prefecte Prins Berhard-imitatie, bij het knappend haardvuur pochend over zijn safari avonturen. En de twee in
trainingspak gehulde domme krachten, die hun medeburgers terroriseren. Of de parodie op het Britse tv-verslag
van cricket-kampioenschappen. Jiskefet werd een on-Hollandse, Monty Python-achtige kwaliteit toegedicht.
De makers van het dit seizoen geprolongeerde tv-programma, gisteravond voor het eerst weer op de buis, moeten
opassen niet het slachtoffer te worden van hun succes. Want ook gisteren waren ze er weer: Prins Bernhard,
de twee trainingspakken en de persiflage op het tv-verslag van een curieuze sport. Leuk, zeker; bij vlagen
zelfs hilarisch. Het probleem echter van teren op oud succes is, zo leert ons de speelfilmindustrie, dat
je het voorgaande altijd in kwaliteit, snelheid en spektakel moet overtreffen. In de aflevering van gisteren
was dat niet het geval.
De onderdelen waarin nieuwe personages werden geīntroduceerd, vormden dan ook de meest geestige Jiskefet-items.
De absurde dialoog bij voorbeeld tussen een ongelovige ondervrager en de man die uit plaatonmanes van Lenny Bruce
en Wim Sonneveld opmaakt dat de geesten van die komieken nog steeds rondwaren. De kracht van Jiskefet schuilt in een
bizarre uitvergroting van de werkelijkheid, die vaak de werkelijkheid van een tv-programma blijkt te zijn.
Mooi in dit genre was ook de 'documentaire' over de man die lijdt aan te hard spreken. Na een langdurig zwijgen
aan de eettafel opent hij het gesprek met de vraag: HEB JE VANMIDDAG NOG FIJN GEWINKELD?
In het meeste komische item, De Dierenwinkel, kan een man 's nachts de slaap niet vatten door het kabaal van de in
de Dierenwinkel aangeschafte vogels. Hij brengt de vogels terug en ruilt ze voor een fret. "Aan een fret heeft nog geen
enkele klant zich een buil gevallen", beveelt de winkelier aan. Even later treft de kijker de man aan in een bosvijver,
de fret als een bezetene achter zich aan trekkend, tot de dood van het dier er op volgt. Als de winkelier hier
telefonisch van op de hoogte wordt gesteld, verzucht deze: "U had hem ook eerst moeten laten inweken, en dān pas
naar het diepere gedeelte". Vervolgens spreekt de winkelier, als hij heeft opgehangen, op lijzige toon de woorden:
"Je zal ze de kost moeten geven, die figuren die je alles moet uitleggen".
Tom Rooduijn
Weer terug?