Mhihihihihi - 1994
Woensdag 07-12-1994
Gala Amnesty krijgt hulp van Jiskefet
UTRECHT - De nieuwe voorzitter van Amnesty Multinational heet Danny Ponton. Hij is rond de veertig jaar oud, gaat
gekleed in coltrui en colbert en draagt het haar in een paardenstaart. Keihard heeft hij moeten werken de afgelopen
dagen, maar het is hem gelukt. Dat Amnesty Multinational Nederland Gala is er toch maar mooi gekomen.
En Danny had de bezoekers van het Utrechtse Vredenburg gisteravond meteen een feestelijke mededeling doen: nog dit jaar
wordt in de provincie Overijssel een begin gemaakt met de bouw van het pretpark Euro-Amny.
Het was tijd voor veranderingen binnen Amnesty, legde de neiuwe voorzitter (een creatie van Kees Prins) op vlotte
babbeltoon uit aan het publiek. Met de intonatie van een Veronica-presentator omschreef hij de veranderingen van
de mensenrechtenorganisatie als "We zijn ervoor en we gaan ervoor!".
Amnesty International en humor. Kan dat eigenlijk wel?, vroeg het programmaboekje zich ietwat bezorgd af. Natuurlijk
kan dat. Iets meer dan tien jaar nadat Kees van Kooten, Wim de Bie en Freek de Jonge in Carré de manifestatie
Een Gebaar brachten, presenteerden Kees Prins, Herman Koch en Michiel Romeyn van Jiskefet gisteren hun Amnesty
International Nederland Gala. Van een overweldigende belangstelling was geen sprake. Muziekcentrum Vredenburg was
maar ternauwernood gevuld. Anders dan in 1983, toen twee avonden Carré alleen al aan recettes een kwart miljoen
opbrachten, zal Amnesty er gisteravond in financieel opzicht niet veel wijzer van zijn geworden.
Maar daar ging het niet om. Doel van de manifestatie, die vrijdagavond wordt uitgezonden op televisie, is vooral
om meer aansluiting te krijgen bij jongeren. In dat geval is de keuze voor het drietal van Jiskefet een logische.
Het televisieprogramma is razend populair onder middelbare scholieren en De Dierenwinkel (Ggggggggoeiemiddaggg!)
wordt geďmiteerd op schoolpleinen in het hele land. Voor de Jiskefetters zelf lijkt die dierenwinkel overigens alweer
een gepasseerd station: de absurde samenspraak tussen winkelier en klant stond in Vredenburg niet eenmaal op het
programma.
Andere oude bekenden waren er genoeg. Herman Koch was nogmaals die motorisch gestoorde en licht stotterende tv-presentator,
ditmala omringd door een in devotie naar hem opkijkende kinderschare; Kees Prins deed nog een keer die conferancier
met een hoog Toon Hermans-gehalte ("Ach mensen, dat is toch allemaal maar gekkigheid").
En Michiel Romeyn was vanzelfsprekend Oboema. Samen met de leden van de rockgroep de Raggende Manne zong de witte neger
een lied waarvan de tekst draaide om de woorden tering en pleuris.
Behalve de Jiskefetters waren er in Utrecht een hele lading muzikale acts en bijdragen van collega-humoristen. De
hoogtepunten daarbij hadden beide te maken met bejaarden. Het grotendeels uit stokoude heren bestaande Roemeens orkest
Tarif Hadouks bracht vrolijke volksmuziek (wereldmuziek zonder tanden) en het duo Jim van der Woude en René van 't Hof
deed een hilarische slapstick-sketch over twee hevig bibberende oude besjes.
Er mocht gelachen worden in Vredenburg. Oboema wilde er niettemin ook graag even stil staan bij de ellende in voormalig
Joegoslavië. Ja, daar lach je om, beet hij iemand uit het publiek toe. Maar terwijl die mensen daar in de rotzooi
zitten, zit jij straks weer lekker kerstfeest te vieren met die grote pik van je uit je broek. Hank den Drijver had het
niet mooier kunnen zeggen.
Weer terug?