Mhihihihihi - 1995


Volkskrant 15-04-1995

De jeuk van Jiskefet



Het absurdistische gefreewheel van Kees Prins, Herman Koch en Michiel Romeyn in Jiskefet heeft een reikwijdte die op geen enkele manier in overeenstemming is met de lage kijkcijfers. Een jongensclub, gespecialiseerd in satire, landerigheid en meligheid, maar vooral ook in gewoon doen.

Mhihihihihi

Het was in een hotel in het zuiden des lands, we zaten aan het ontbijt, een keurige man maakte zijn entree met in zijn kielzog een frisgewassen knulletje. Niks aan de hand. Totdat hij zijn mond opendeed en een welgemeend, onschuldig goeiemòrgen liet horen. Dat was lachen: de intonatie, de zachte g, alles was perfect aan zijn goeiemorgen. Had hij goeie 's morgens gezegd en er een gezicht bij getrokken van: vat je 'm, was hij niet half zo leuk geweest.

Ook in de voetbalstadions schijnt het te zijn doorgedrongen: daar worden, naar verluidt, spreekkoren aangeheven van tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, een, LUNCH! Cult-humor was het aanvankelijk, maar het aantal ingewijden is de laatste twee jaar flink gestegen.

Maandag werd al weer de laatste aflevering van dit televisie-seizoen uitgezonden. Wie Jiskefet tot nu toe heeft gemist, loopt het risico niet geheel mee te kunnen komen in ad hoc-theekransjes op kantoor en in de kroeg. Het absurdistische gefreewheel van Kees Prins, Herman Koch en Michiel Romeyn voor televisie heeft een reikwijdte die op geen enkele manier in overeenstemming is met de lage kijkcijfers.

Over de belangstelling voor de video en de cd - Een pak Jiskefet, een selektie uit de seizoenen '91-'94 - is de afdeling publiekservice van de VPRO in elk geval opperbest te spreken. Vijfeneenhalfduizend video's en drieeneenhalfduizend cd's zijn er verstuurd. 'Uitzonderlijk veel.' Zeker als in acht wordt genomen dat ze tot nu toe alleen per postorder waren te bestellen ('om het exclusief te houden'); binnen afzienbare tijd liggen ze echter gewoon in de winkel.

Kees Prins kreeg zijn opleiding aan de Academie voor Kleinkunst. Michiel Romeyn bezocht na de Grafische School de Rietveldacademie. En Herman Koch werd schrijver, lang nadat hij van het Montessori Lyceum was gestuurd; De Dierenwinkel ('Waar de dieren zich aan de drinkplaats laven, laven de mensen zich aan een goed gesprek over de dieren') komt uit zijn koker: plechtstatig-welgevormde onzin-dialogen in een kneuterig jaren vijftig-decor.

Herman Koch debuteerde in 1985 met de verhalenbundel De voorbijganger (1985). Daarin duikt een figuur op dat de voorloper van de Jiskefet-controleur in regenjas moet zijn. Betreft: mijn buurman heet de brief van een werkloze 'staatsburger' aan 'de autoriteiten' over het verontrustende gedrag van zijn bovenbuurman, schrijver van beroep. 'Ik heb mij vaak afgevraagd wat voor mensen het zich kunnen permitteren om zich de hele donderdag (een werkdag) aan het schaakspel te wijden.'

Maar Koch is vooral bekend van zijn roman Red ons, Maria Montanelli (1989), een hilarische afrekening met zijn Montessori-verleden. 'Praatboek', noemt hij het genre: Koch kruipt eerst in de huid van de schrijver, een zeventienjarige schooljongen in Amsterdam-Zuid, en dan pas in die van zijn personages. Gerard Reve en Kuifje, zei hij onlangs in Vrij Nederland, 'hebben me meer beïnvloed dan het hele Nederlandse cabaret'.

Pieter Verhoeff was mee-bedenker van Jiskefet en regisseur van de eerste twee jaargangen. Voor zijn film "Van geluk gesproken" (1987) zocht hij op aanbeveling van een collega contact met Michiel Romeyn. 'Die zei: als je een briljante gek zoekt, zo'n figuur dat de hele dag de ene briljante rol na de andere speelt, dan weet ik nog wel iemand.' Romeyn deed mee in Van geluk gesproken en kreeg prompt een Gouden Kalf.

In die tijd werkte Romeyn met onder anderen Herman Koch en Marjan Luif voor het VPRO-radioprogramma Boràt, een programma vol onzin die evengoed geen onzin kon zijn; de VPRO kreeg meer- dan één telefoontje naar aanleiding van een vraaggesprek met Herman Koch, als de internationaal opererende elektricien die een boek had geschreven: bij welke uitgever verscheen Een verlengsnoer in Teheran?

Samen met Verhoeff begon Romeyn plannen te maken voor een nieuw televisieprogramma voor de VPRO. Verhoeff: 'Vervolgens kwam Marjan Luif naar me toe met een eigen idee voor een televisieprogramma dat ze met Herman Koch en Kees Prins wilde maken. Toen heb ik gezegd: laten we die ideeën samenvoegen en maar eens met zijn allen rond de tafel gaan zitten. Niemand was erg gecharmeerd van haar plan, vandaar ook, denk ik, dat zij al gauw is weggegaan bij Jiskefet. De ideeën stonden haaks op elkaar.'

Marjan Luif, de tuthola aan de snelweg in het Postbus 51-spotje (dat wordt besloten met de stem van Kees Prins: De auto kan best een dagje zonder u), weet eigenlijk nog steeds niet goed waarom het misging. 'Ik stond er een beetje buiten. Het is toch een jongensclub. Ze vragen wel dames. Maar volwaardig lid zijn, dat werkt blijkbaar niet.' Eind mei komt ze 'op de tijd van Koot en Bie' met een eigen programma.

Van de VPRO-leiding mochten de jongens en het meisje een proefopname maken. Voor 'een waanzinnig laag bedrag', zegt Verhoeff; daar is uit nijd flink van gezopen en gevreten. En een maand later lag er een videootje.

Verhoeff: 'Ik zie Roelof Kiers nog met zijn sjagrijnige kop daarnaar kijken. Cherry Duyns zag er wel wat in, hij helemaal niet. Ik heb daar toch zitten ruziën. Zien jullie dan niet wat voor talenten dit zijn! Maar het einde van het liedje was dat we vier programma's mochten maken. Toen hebben ze ook meteen opgebeld dat ze het hartstikke leuk vonden.'

'Het verhaal van Michiel is nogal bizar', zegt Dick Hauser. 'Wij wisten allemaal al jaren dat die jongen geweldig was. Je kon met hem voor een café staan, er kwam een proleet langs met een hond aan zijn been en Michiel was die jongen. Altijd deed hij typetjes. Maar hij had geen kanaal, geen plek.'

Hauser zat met Alex van Warmerdam en Jim van der Woude in Hauser Orkater. Romeyn speelde in twee voorstellingen mee. 'Dat was niet bepaald het idioom waarin hij floreerde. Zijn grootste kracht, afgezien van de humor, is zijn anarchistische houding. Die moet je gebruiken. Het is een mentaliteit die ook in Jiskefet zit: een gedachtengang die alles ontregelt.

'Ik vind het erg knap wat ze doen. Die mix van invalshoeken: soms literair, soms puur visueel, dan weer satirisch of heel erg hard en plat. De kantoor-act met juffrouw Jannie bijvoorbeeld, dat is zo vernederend dat je denkt: vrouw, doe wat terug! Al vind ik wel dat het onbestemde soms wat erg onbestemd blijft.'

In de Mazzo, de 'audiovisuele' uitgaansgelegenheid van de jaren tachtig, was de Amsterdamse scene te vinden. Michiel Romeyn was een van de oprichters. 'Zijn aandeel was, geloof ik, vooral artistiek', zegt Gerard Krabben, een van de twee huidige directeuren en destijds barkeeper. 'Kolderfilmpjes' maakte Romeyn, die vier bij vier op de wand werden geprojecteerd.

'Een bord eten bijvoorbeeld: patat met mayonaise. En dan zag je een hand dat bord langzaam maar zeker leegeten. Het werkte heel goed, zeker op dat formaat.' Dat soort semi-artistieke, lullige filmpjes zit ook in Jiskefet. Me-girl-food: refrigerator (1983), en dan zie je een kortgerokt meisje met een push-up-bra onder haar laaguitgesneden truitje een koelkast met fruit leeghalen.

Sommige sketches zijn wat ze zijn, oersimpel. Die van de jazzfreaks bijvoorbeeld: drie mannen met vetkuiven die in een hoekje samenscholen onder het genot van jazzmuziek, opgewonden met hun vingers knippen, de benen krampachtig laten wiebelen, een sigaret roken en zich daarbij een uitdrukking aanmeten alsof ze nooit eerder zoiets gewichtigs, hoogstaands en dieps hebben ondergaan. Helemaal into the groove zijn ze. Dat is alles, en erg om te lachen.

Helemaal niet leuk, laat staan eenduidig, was het filmpje van een paar weken geleden, waarin Michiel Romeyn (nare jonge man in aquariumoverhemd) en gast-acteur Jaap Hoogstra (schuchtere oude man met bril) samen op de bank in de huiskamer zitten achter een kopje koffie. Lekker hè? Op de bank.., vraagt de jonge. 'Ja.'

Je liegt! Je zit helemaal niet lekker op de bank. Je vindt het naar... Nee, het is gezellig. Wij zitten gezellig op de bank... Af! Kijk nou wat je doet! Het hele kleed zit onder de cake. Eet 't van de vloer! Nee, zo'n ouwe man als jij hoeft dat niet van de vloer te eten. Ik pak 't van de vloer. Nee, ik pak 't helemaal niet van de vloer. Je doet net alsof je invalide bent en dat ben je niet...

Wat is hier aan de hand? Een sado-masochistische relatie tussen vader en zoon? Twee vrienden? Een gek van 'thuiszorg' die zijn frustraties botviert op zijn weerloze patiënt? Je komt er niet achter. Maar het jeukt wel, zoals Prins, Koch en Romeyn het verschijnsel onderling schijnen te noemen: als kijker ben je net zo vervuld van afschuw als nieuwsgierig naar de afloop, die er niet is; het duurt maar en het duurt maar, en dan is het weer voorbij.

Of neem Willie (Kees Prins) met zijn brieven aan Capriccio, daar hou je de ogen niet bij droog. Sentimentele kitsch, ook dat is Jiskefet. Jacques Klöters, cabaret-watcher en vroeger lid van Don Quishocking, gaf eind jaren zeventig 'repertoirekennis' aan de Kleinkunstacademie. 'Oei', roept hij onmiddellijk, 'gebruik het woord cabaret niet in verband met Jiskefet, dat mag niet van ze.' Kees Prins en Arjan Ederveen, het latere duo De Duo's, zaten bij hem in de klas. Ze hebben hem regelmatig op de rand van paniek gebracht.

'Moet je je voorstellen: ik, linkse cabaretier, zie een voorstelling van Kees en Arjan die Swiebertje en Saar nadoen. Alsof ik water zag branden. Parodie of satire was het niet, die bedoelingen hadden ze helemaal niet. Het was melig en volstrekt ongrijpbaar wat ze deden.'

In plaats van zich nog langer 'uit te wringen' in bezielde voordrachten over Wolf Biermann die voor geen meter aansloegen, liet Klöters zijn leerlingen spreekbeurten houden. Hij voelde zich dat jaar ineens een oude man, hij snapte geen hout meer van de jonge generatie.

Ook acteur Cas Enklaar gaf destijds les aan de 'cabaretschool'. Om de 'Engelse les'-act van Walter en Conny (Prins en Ederveen) heeft hij zich 'gek' gelachen. 'Arjan had eigenlijk niks mee, behalve zijn uitstraling. Die werkte heel hard, had veel ideeën. En Kees kon alles, maar hij zorgde niet goed voor zichzelf. Hij verzon weinig; vandaar ook dat hij later is gaan regisseren.

'Kees kan heel goed imiteren. Zijn droom was Mick Jager worden, daar ben ik van overtuigd. Maar als je even goed kunt zingen als Bob Dylan en als Elvis Presley, heb je een handicap. Het probleem is dan: hoe moet je als Kees Prins klinken. Hij was bovendien een mooie jongen. En had een soort gevoeligheid waardoor hij aanleg heeft voor acteren. Dat is later bij het Werkteater, Olga Zuiderhoek had ze allebei gevraagd, ook wel gebleken. Ja, ik vind hem heel erg goed.'

Maar zijn hart gaat toch meer uit naar wat Arjan Ederveen & Tosca Niterink doorgaans doen. 'Die hebben meer een homo-sensibiliteit. Jiskefet heeft een hetero-sensibiliteit.' Afgelopen maandag heeft hij weer eens gekeken. 'Een kwelling', zegt hij, die Duitse feestavond in bevrijdingssfeer. Toch vindt hij Jiskefet soms ook geniaal. 'Vroeger was er één stijl van, zeg maar, olijk doen in het cabaret. Als je een dame die een gebakje eet nadeed, deed je Een Dame Die Een Gebakje Eet.

'Daar is een stijl voor in de plaats gekomen waarin de nuances veel meer tot hun recht komen: van satire, landerigheid, meligheid tot gewoon doen. Als je mensen zo echt mogelijk benadert en er net even een andere draai aan geeft, zoals Jiskefet doet, dan krijg je die verrukking van de herkenning: precies!

'Een ander verschil met vroeger is dat cabaret nooit gevaarlijk was, of het werd meteen slapstick. Het was niet gauw echt eng of griezelig. Maar Jiskefet kan soms ronduit bedreigend zijn.' En hier zou nu de clou - een pointe - moeten komen, over bijbedoelingen, diepere betekenissen en zingeving van cultuurfilosofische aard. Maar die is er niet, of wel, of niet.

Hoe moedig de interviewer (van het blad Man) die Romeyn, Prins en Koch zijn gevoelen voorlegde, in puur-Jiskefetse taal. 'Als ik een aflevering van Jiskefet heb gezien', noteerde hij, 'kijk ik weer een stuk relativerender tegen de dingen aan. Naar ik heb begrepen is relativeringsvermogen het tegenovergestelde van slaafse navolging. Jullie bestrijden, onbedoeld maar who cares, de gevaarlijke vervlakking door de kijker wekelijks los te wrikken uit het raderwerk waar ie deel van uit maakt.'

Antwoord van de heren: '...'

'Nog pils?'

Nicole Baartman


Weer terug?