Mhihihihihi - 1995


Viva Maart 1995


Ik ben bang dat vrouwen die echt leuk zijn, mannenhumor hebben, maar daar ben ik nog niet uit


Hij is elke week te zien in Jiskefet, het komische programma van de VPRO. Kees Prins, echtgenoot, vader, acteur, regisseur, muzikant én komiek werd geinterviewd door Fan van het eerste uur - Bart van Oosterhout. Een gesprek over serieuze humor, sentiment, VPRO-types, intellectuele arrogantie èn de arrogantie van domheid.


Als we samen de studio naast Artis - waar Kees Prins net een opname van Jiskefet gedaan heeft - uitlopen, zie ik in de hal opeens iets bekends staan. "Hé, dat komt uit die scène waarin jij Toon Hermans doet. Dat is dat stomme brommertje waarop Michiel er vandoor gaat in zijn muskietenpak! Ik ben een echte fan, ik ken mijn Jiskefet zogezegd. Kees Prins zegt niks, maar zet zijn helm op. Ik woon een beetje buiten de stad, dus ik dacht, ik koop een brommer, verteld hij even later. Humor. We spreken af in zijn stamkroeg.

Achter een kopstoot (hij) en een pils (ik) hebben we het over zijn aandeel in Jiskefet. Voor wie het per ongeluk nog niet kent: Jiskefet is een komisch programma van de VPRO, gemaakt door Michiel Romeyn, Herman Koch en hem: Kees Prins, 38 jaar, echtgenoot, vader, acteur, regisseur, muzikant, komiek.

Heel zelden, misschien niet vaker dan eens in de tien jaar, gebeurt er iets op de televisie dat zó grappig is dat je tranen in je ogen krijgt en kramp in je buik. Dat je van je stoel valt het lachen dat je niet meer durft te kijken, bang dat je erin zult blijven. Jiskefet is zo'n historische televisiegebeurtenis. Scènes als De Dierenwinkel, Brieven aan Capriccio, Oboema de Witte Neger, Humor op het platteland en de Proleten, zijn nu al klassiek.

Jiskefet (Fries voor vuilnisvat) is soms stevige lach-of-ik-schiet-humor. Maar vaker zit de lach onder de oppervlakte. Om hem te begrijpen, moet je op dezelfde golflengte zitten, zou Oboema zeggen. Neem nu die scène van drie heren die, swingend op jazz, hun sigaretjes proberen aan te steken. Ze zeggen niks en ze doen ook niet bijzonder grappig. Maar als je weet waar zo'n sketch vandaan komt, als het klikt, is Jiskefet een feest. Dat verklaart misschien het grenzeloze fanatisme van de liefhebbers. Echte fans, van wie sommigen zich hebben verzameld in fanclub De Stoffige Dozen, kennen iedere scène uit het hoofd. Letterlijk.

Kees, gefeliciteerd, je bent bijna wereldberoemd in Nederland

Dank je. Maar ik weet tegelijkertijd zeker dat de kritieken dit jaar slecht zullen zijn. Want het afgelopen jaar was iedereen zó aardig over ons, dat ze nu zullen zeggen: 't is toch minder geworden. Dat is het natuurlijk niet, maar zo werkt dat nu eenmaal. Net als bij een veelbelovend schrijver die met zijn tweede boek komt.

Verbaast het je dat Jiskefet zo is aangeslagen?

Jaaa, dat fenomeen dat mensen ons helemaal na gaan spelen en alle teksten uit hun hoofd leren, dat is zo bizar. Jiskefet is een cultus geworden die we zelf helemaal niet voorzien hadden. Het is ook pas iets van de laatste tijd hoor, terwijl we toch al vier seizoenen bezig zijn. Ik merk aan het publiek dat bij opnames komt kijken, dat zijn echte hardcore fans. Wel lekker natuurlijk dat je elke keer in een soort warm bad terechtkomt. Maar deze mensen liggen dubbel om àlles wat je doet. Daar schrokken we in het begin wel van. Je moet heel erg oppassen dat het niet te veel Theater van de Lach wordt. Dus gooien we veel ideeën weg, ook dingen die eigenlijk heel leuk zijn. De enige bestaansreden van Jiskefet is dat we alledrie hetzelfde gevoel voor humor hebben. We maken dezelfde grappen wanneer we met z'n drieën in de kroeg zitten. Vooral voor Michiel is er nauwelijks een onderscheid. Die loopt altijd in het Brabants tegen iedereen aan te lullen en geintjes uit te halen. Ik heb altijd even een aanloop nodig, maar Michiel zegt gewoon: Zet die camera maar aan, en begint dan meteen te lullen. Het meesterlijke is dat er dan een heel produktieapparaat in de weer gaat om die geintjes van ons op de televisie te krijgen en dat je er dan ook nog een salaris voor krijgt.

Maar even later peinst hij: Het is ook wel keihard werken hoor, elke week die humor eruit persen. Ik heb geen moment vrij. We hebben tegenwoordig alle drie een notitieboekje bij de hand om leuke dingen op te schrijven. Dat moet je ook meteen doen. Want je ziet iemand in de kroeg die leuk is om na te doen en je verzint daar een heel verhaal omheen, maar de volgende dag is het allemaal weg. Echt briljante ideeën zijn op die manier verloren gegaan.

Is het humor voor mannen? Vrouwen spelen nauwelijks een rol.

Vrouwen vinden het ook wel leuk hoor. Dat zeggen ze weleens: we moeten erg lachen. Maar de echte fans, het publiek dat hier komt kijken, bestaat bijna helemaal uit mannen. De meeste vrouwen in de zaal zijn volgens mij vriendinnen die meegesleept worden. Ik vind dat geen probleem. Laat die vrouwen zèlf maar eens komen met een potje humor. Zullen wij ook nog eens de keer de humor voor de vrouwen gaan verzorgen, zeg. Dat zou helemaal mooi worden.

Zijn vrouwen wel grappig?

Nou, dat is heel lastig. Ja, ze zijn 't natuurlijk wel. Beppie Melissen (José van Oboema in Jiskefet) is echt meesterlijk. Die komt uit theatergroep Carrousel, waar wel meer grappige vrouwen in zaten. Maar die hebben nooit de ambitie gehad om een programma als Jiskefet te maken. Dat is volgens mij het probleem met vrouwen, die ambitie. Misschien bestaat vrouwenhumor helemaal niet. Ik ben bang dat vrouwen die echt leuk zijn mannenhumor hebben. Maar daar ben ik nog niet uit.

Wat vind jij dan goede humor?

Serieuze humor eigenlijk. Waar over nagedacht is. Het moet op de rand van 'echt' zitten. Dat je iemand ziet spelen en dat het dan ineens de andere kant opgaat. Daarom vind ik cabaret meestal niks. Cabaretiers kunnen niet spelen. Die kunnen alleen maar ouwehoeren en in dat ouwehoeren zitten dan drie grappen in een zin, woordspelinkjes of kwinkslagen. Dat vind ik dan te makkelijk.

Je neemt cabaretiers altijd flink te grazen.

Het is nooit de bedoeling om iemand te pakken omdat we een hekel aan hem hebben. Het is meer gericht tegen bepaalde maniertjes. Aan intellectuele arrogantie hebben we alledrie een vreselijke hekel. Dat mensen heel trots zijn op hun correcte woordkeus en ondertussen gewoon niet aardig zijn, geen mensen van vlees en bloed. Daarom doen we ook vaak VPRO-types na, dat is af en toe een heel irritante club. Maar toevallig ook de enige waar wij kunnen doen wat we willen.

Wat heb je te zeggen op het verwijt dat Jiskefet geen boodschap heeft?

Wie daar behoefte aan heeft moet maar naar iets anders gaan kijken. Ik maak gewoon wat ik leuk vind en alles wat het dan niet is, tja... Jiskefet is ook geen speelfilm met E.T. erin. Dat zit er gewoon niet in, klaar. Het is zoveel dingen niet.

Een van jouw karakters in Jiskefet die altijd terugkomt is Willie, die brieven voorleest aan zijn verloren zoontje Capriccio. Je hebt nu pas ook een smartlap opgenomen als Willie. Waar komt die jongen vandaan?

Michiel had zo'n ongelooflijke proleet als buurman en die heeft ie toen gespeeld. Die moest een maatje hebben, zo'n domme meeloper, want die hebben ze altijd. Dat is domme Willie geworden.

Ik vind hem een beetje een gevaarlijk figuur.

Dat zeggen meer mensen. Ik zie dat niet zo. Hij is meer een kansloze man. Zo'n figuur dat er nooit zal komen in de wereld. Hij is wèl labiel, als je dat bedoelt. Je hoeft hem maar een duw te geven en hij slaat de hele boel kort en klein.

Ik heb de indruk dat jij altijd de verzachtende omstandigheden ziet in de mannen die jij speelt.

Ik vind dat een type dat altijd moet hebben. Dat is wat ik bedoel met serieuze humor. Het moet eerst drama zijn en dan kun je er pas om lachen. Die brieven aan Capriccio ben ik gaan doen omdat ik nu zelf een zoontje heb en daar iets over wil zeggen. Dan bedenk je een man die zijn zoon kwijt is, zodat je al die clichés en sentimentele gevoelens er in uit kunt spelen. Willie is zijn zoon kwijt, dus idealiseert hij hem.

Dus het zijn wel echte gevoelens die je ons laat zien?

Absoluut. Die keer dat Willie zich inbeeldt dat ie een ernstige ziekte heeft en naar het ziekenhuis moet en dat hij zijn zoon nooit meer zal zien opgroeien, dat zijn gedachten waar ik zelf ook wel eens mee loop. Zodra je een kind hebt, worden die dingen opeens belangrijk. Je denkt: ik moet nu wèl zorgen dat ik voorlopig blijf in leven blijf, op zijn minst.

Willy is ook een ontzettende slappeling, een huilebalk.

Ja, daar is het ook op geënt. Dat is die Jordaanse levenshouding: alles op het sentiment. Ik hou daar wel van. Maar het is tegelijkertijd heel eng, omdat er ook van die maffia-achtige, reactionaire ideeën bij komen kijken. Aan de ene kant door het vuur gaan voor vrouw en kind en vaderland. Huilen bij de Vlieger van André Hazes en All you need is love. En het volgende moment twee Turken de kroeg uitzetten of iemand overhoop schieten. Dat zijn twee extremen waarvan je denkt dat ze niet te combineren zijn, maar die eigenlijk uit hetzelfde voortkomen.

Die proleten zijn wel makkelijke slachtoffers.

Ja, daar werken ze zelf ook wel hard aan mee. Het zijn types die zich de hele wereld toeëigenen en te dom zijn om te bekenken dat iemand anders daar weleens last van zou kunnen hebben. Dat is de arrogantie van de domheid. We zijn natuurlijk ook wel een beetje jaloers op die mensen. Omdat ze zo handig door het leven stappen. (in plat Amsterdams) Ah jongen, dan klus ik effe nog wat zwart bij en dan pik ik mooi effe een winterstoppie in Marlbella mee.

Hoe gaat het nu verder met die figuren uit Jiskefet?

Sommigen gaan dit seizoen ter ziele. De Dierenwinkel komt niet terug. Oboema misschien, maar meer in een bijrol. En Willie, die kruipt dronken achter het stuur op weg naar Capriccio en verdwijnt dan met piepende remmen in de nacht... haha. Je moet niet lang met oude successen doorgaan, anders wordt het allemaal een goedkoop trucje.

Je hebt ook serieus geacteerd, zoals in De Lift, en geregiseerd, Paul de Leeuw bijvoorbeeld. Lukt dat straks nog wel als iedereen je kent als komiek?

Ja, da's gek. Ik las onlangs een recensie over Willeke De Musical, die ik eerst zou gaan regisseren. Er stond bij dat het maar goed was dat ik dat niet aangepakt had, anders zou het zeker een ironische voorstelling geworden zijn. Terwijl het tegenovergestelde waar is. Ach, ik heb nog zoveel plannen. Ik speel ook in een band, Moondogs, waarmee ik mooie CD's wil maken. Ik ben al anderhalf jaar bezig met een boek. Dat heb ik nu bijna 'uit'. Ik wil nog een script schrijven over Piet Hein, dat niet om te lachen is. Er komt vanzelf wel weer wat. Ik bel gewoon weer een paar vrienden op om iets nieuws in elkaar te bakken.


Weer terug?