Mhihihihihi - 1995

April 1995



Kreatief met Jiskefet

"Het intrigerende van die twee was dat ze alleen maar wat leken te luieren en dwars te liggen." Hoe de Akademie voor Kleinkunst in 1981 twee onaagepaste types afleverde, die nu een prominente rol spelen in het tv-amusement van de jaren negentig: Arjan Ederveen (Kreatief met Kurk) en Kees Prins (Jiskefet).

Bijna Botsing

Er was eens, vorig voorjaar, een moment waarop Jiskefet en Kreatief met Kurk bijna met elkaar in botsing kwamen. Oppervlakkig gezien leken er weinig overeenkomsten te bestaan tussen beide programma's - het eerste is immers de uitbundige speelplaats van drie types met een onbedaarlijke energie, terwijl in het tweede juist de met grote precisie vertoonde sloomheid leek te zegenvieren. En toch kwamen ze binnen één week heel dicht bij elkaar: in Jiskefet een verloederde en aan lager wal geraakte Swiebertje, en in Kreatief met Kurk het verzuurde, bits geworden huwelijk tussen Pipo en Mammaloe. In beide gevallen was het een kinderprogramma uit de jaren zestig dat de inspiratiebron vormde voor een zot nummer over de ontluistering van zoete jeugdherinneringen.

Wie de geschiedenis kent, moet toen even aan het allang verdwenen Duo der duo's hebben gedacht. Het bestond uit Kees Prins en Arjan Ederveen en maakte tussen 1979 en 1984 in kleine kring furore met voornamelijk op clichés gebaseerde voorstellingen. In het laatste programma, getiteld Imitatie, kwam een scène voor met Swiebertje en Saartje.

Kees Prins wist toen al op geniale wijze het knus-neuzelende zwerversfiguurtje te vertolken, en Arjan Ederveen leefde zich op zijn eigen, schijnbaar emotieloze wijze uit in de dienstbode die de hele tijd koffie wilde zetten. Het hoogtepunt bestond hieruit dat Swiebertje quasi-onverwacht het keukentje betrad en Saartje lijzig zei: Is me dat schrikken.

Zo bezien bestond er voor Ederveen weinig verschil tussen de Saartje uit 1984 en de Mammaloe uit 1994, terwijl ook Prins trouw was gebleven aan een succesnummer van tien jaar eerder.

Vrij en dwars

Arjan Ederveen en Kees Prins (alletwee 38) waren klasgenoten aan de Akademie voor Kleinkunst in Amsterdam, waar de aandacht jarenlang vooral gericht was geweest op de smetteloze voordracht van het repetoire van Conny Stuart en Wimm Sonneveld, Jasperina de Jong en Frans Halsema, de grote voorbeelden van het klassieke cabaret. Stemtraining en bewegingsleer hadden er altijd voorop gestaan. Maar sinds kort was op die school veel veranderd.

"Toen onze klas begon, was daar net de hele democratiseringsgolf van de jaren zeventig overheen gegaan." zegt Rik Hoogendoorn, de latere helft van het duo Echte Mannen en nu landelijk bekend door de RTL-comedy Niemand de deur uit. "Er was op dat moment niet eens een lespakket. Ik herinner me nu alleen vage gesprekken over wat we nu eigenlijk wilden. Nou, wij wilden het Werkteater - dat was een lichtend voorbeeld. Toen is Cas Enklaar op school gekomen, voor spellessen. En we wilden ook zoiets als acrobatiek, dat was op school nog nooit vertoond. Het belangrijkste was voor ons dat we de ruimte hebben afgedwongen om zélf dingen te maken. Met het nadoen van grote cabaret-voorbeelden waren we niet zo bezig, nee. Veel meer met eigen dingen. Je mocht toen bijvoorbeeld nog niet buiten de school optreden, dat deden wij dus toch. Het was heel vrij en heel dwars."

Melkpakken

Ederveen en Prins waren al snel een duo, aldus Hoogendoorn, maar hij zag ze niet als buitenbeentjes. Jaques Klöters, één van hun docenten wel: "Het intrigerende van die twee was dat ze alleen maar wat leken te luieren en dwars te liggen. Maar als er iets moest gebeuren, schudden ze opeens iets uit hun mouw wat een ander absoluut niet had kunnen verzinnen. Ik herinner me dat ze op een keer tevoorschijn kwamen met een poppenspel - ook al iets wat de Kleinkunstakademie volkomen vreemd was - en dat bestond geheel uit melkpakken: de literpakken waren de ouders en de halve litertjes de kinderen. En daar stonden ze als volleerde variété-artiesten met zo'n melige grijns op hun gezichten."

Het parodiëren van andere amusements-vormen zat er kennelijk al vroeg in. Later heeft Ederveen een prachtig-louche presentator gespeeld in de porno-persiflage Théâtre Petit Populair, terwijl Prins nog altijd graag de zotte conferencier met zijn loze praatjes ('Ja mensen, 't is allemaal maar gekheid hoor') uithangt. En alletwee hebben ze vileine scènes gespeeld waarin de spitse woordspeel-cabaret op zijn nummer werd gezet. Het zal hen, denk ik, niet bevallen in een blad te staan dat Cabaret heet. In hun tijd op de Akademie voor Kleinkunst gold immers het adagium van Neerlands Hoop, alias Bram & Freek, dat cabaret een volstrekt achterhaald burgertrutten-genre was. Geen mens in de klad - en dus zij ook niet - die het in zijn hoofd haalde zich tot het cabaret te bekennen.

Wereldkampioenschappen Mime

Het eerste optreden van de Duo's dateert van 1979, toen ze nog op school zaten. Hun band werd nog hechter, toen ze in datzelfde jaar alletwee kans kregen stage te lopen bij het bewonderde Werkteater. Het ging hen voor de wind: ze maakten met regisseur Robert Wiering een drie-delige serie programmaatjes voor de VPRO (De Duo's doen alsof - zou daaruit nog eens iets kunnen worden herhaald?) en ze betraden in mei 1983 zelfs het walhalla van kleinkunstig Nederland, toen ze een nummer mochten spelen in het Amnesty-gala. Een Gebaar, onder leiding van Kees van Kooten, Wim de Bie en Freek de Jonge. Hun bijdrage was een reportage van de wereldkampioenschappen mime, met Kees Prins als commentator met fluisterstem en Arjan Ederveen als de Nederlandse deelnemer (nr 4711):

Hans heeft in deze kuur gekozen voor de figuur Muziekinstrumenten. Niet echt moeilijk, maar het levert punten op. Concentratie nu bij Hans... en daar is-ie weg. Geen slechte eerste poging, we gaan over naar de rebound. Hans moet zich opnieuw concentreren. De piano, de harp, de accordeon, de saxofoon, de fluit, de dwarsfluit en tot slot de piccolo. Een goeie start van Hans, een iets mindere tijd dan in Franeker, maar het belooft veel goeds...

En ook de Duo's beloofden veel goeds. Tegen hun klasgenoten hadden ze gezegd dat ze minstens vijftien jaar bij elkaar zouden blijven. Maar langer dan vijf jaar heeft het niet geduurd. "Arjan vond dat Kees niet hard genoeg werkte" zegt Rik Hoogendoorn. "en dat gaf conflicten". Het is een ruzie die eigenlijk nooit helemaal is overgegaan. Ik vind nog steeds dat Arjan gelijk had: Kreatief met Kurk was met veel meer tijd en zorg samengesteld dan Jiskefet.

Theo en Thea

Arjan Ederveen was vervolgens van hun tweeën degene die het eerst een nieuwe geestverwant vond: Tosca Niterink. Zij zat vier klassen lager op de Kleinkustakademie en vond de Duo's "het enige leuke" dat uit de school was voortgekomen. Van haar schooltijd heb ik als leraar alleen maar onaangename herinneringen overgehouden, aldus Jacques Klöters. Ze was altijd bezig het onbegrijpelijk dwarse onzinprojekten, ze liep iedereen te treiteren en lag constant bij alles dwars. Ze vond alles wat met cabaret en toneel te maken had "veel te truttig", verklaarde ze later zelf. Ik had geen flauw idee wat ik wilde. Het enige wat ik wist, was dat het nergens anders op mocht lijken. Toen heb ik Arjan gevraagd of hij voor mij een solo-programma wilde regisseren. Dat solo-programma is er nooit gekomen. Maar wel het script voor een tv-serie, dat door Ederveen en Robert Wiering werd voorgelegd en vervolgens binnen de VPRO in besluiteloosheid bleef steken. In plaats daarvan suggereerde Wiering dat ze iets zouden maken voor de kinderprogramma-afdeling. We kwamen erop dat ze stukjes uit sprookjes zouden spelen en dat de kijker dan moest raden welk sprookje het was. Een paar dagen later zouden we een proefje maken. Toen ze die ochtend de studio inkwamen, brachten ze hazentanden en brillen mee. Ze zeiden dat ze de vorige avond hadden besloten dat ze Theo & Thea heetten.

Het nieuwe duo debuteerde in oktober 1985 en ging zes jaar met veel succes mee. Hun kinderlijke fantasie bleek kinderen van alle leeftijden aan te spreken. Daarna volgden in 19991 Theatre Petit Populair en, vanaf 1993 Kreatief met Kurk. En al die tijd bleef Tosca Niterink volhouden aan haar weerzin jegens theater. Eind vorig jaar speelde Arjan Ederveen zijn succesvoorstelling Natte Sneeuw dan ook niet met haar, maar met Loes Luca. Toen hij uit promotionele overwegingen te gast was in De Plantage, oftewel de 5 uur show van de VPRO, vroeg Hanneke Groenteman hem vanzelfsprekend of hij ooit weer een tv-serie met Tosca zou maken. Ja, antwoordde Ederveen. En wanneer dan? In de toekomst.

Generatiekloof

De rest is bekend. Opeens had de VPRO, waar Van Kooten en De Bie jarenlang als monopolisten de dienst hadden uitgemaakt, maar liefst twee programma's die uit de dertigersgeneratie voortkwamen. Twee programma's ook, die zich veel minder makkelijk dan Van Kooten en De Bie lieten vangen op een mentaliteit, een boodschap, een satirische houding. We zijn algemener en tijdlozer, verklaarde Kees Prins in december in het maandblad Man. Als het bijvoorbeeld over racisme gaat, doen wij iemand die Noren haat, terwijl De Bie een Janmaat-type nadoet. De Bie verwijst naar de persoon Janmaat, wij naar de kern van de zaak: vreemdelingenhaat. Het is geen kwalitatief verschil. Het kan zijn dat wij, omdat we vager zijn, een minder groot publiek aanspreken dan Van Kooten en De Bie. Maar ja, die zijn ook echt heel erg goed.

Het was één van de weinige keren dat uit de boezem van het Jiskefet-trio iets van een inhoudelijke verklaring te horen was. Want ook dat hebben beide programma's met elkaar gemeen: interviews met de makers leiden meestal tot zinledig gezucht, naar buiten staren, nog maar eens een beker koffie inschenken en argwaan jegens de verslaggever van de krant die zo graag stevige uitspraken wil noteren. Als er als iets uitkomt, is dat de ontkenning van een uitgesproken bedoeling - en dus de bevestiging van de generatiekloof met de vijftigers Van Kooten en De Bie, die de maatschappij het liefst langs de meetlat van hun eigen normen-stelsel leggen. Ze zijn van een generatie die zo twijfelt aan elke waarheid dat ze nergens een uitspraak over willen doen, aldus Klöters (48). Daardoor staat alles tussen driedubbele ironische aanhalingstekens. Voor wie wat ouders is, is het hondsmoeilijk daar vat op te krijgen. Maar ik heb het altijd wél fascinerend gevonden, vooral omdat ze zo volkomen trouw zijn gebleven aan de houding die ze tien, vijftien jaar geleden op de akademie ook al hadden.

Henk van Gelder




Weer terug?