Mhihihihihi - Jiskefetesjisme

Jiskefetesjisme - B. van Erven Dorens (Nieuwe Revu)


Ik weet niet waar ik moet beginnen met het prijzen van Jiskefet. Daarmee sluit ik mij aan bij een lange rij fans, maar ik vind het nog beter dan zij. Dat brengt me in een selecter gezelschap, maar ik vind het zelfs nog beter dan zij. Dan volgt de kleine groep bewonderaars die zich sektarisch met Jiskefet bezighoudt en zich druk maakt over handtekeningen van de heren en dergelijke groupieisme, maar zo goed vind ik het nu ook weer niet. Sommige afleveringen zijn niet best, laten we eerlijk zijn. Sommige zijn zelfs ronduit slecht. Laten we het maar eens hardop zeggen. Stomvervelend is ook een treffende omschrijving. Hoe kan het zo niet leuk zijn, vraag je je af, terwijl dat andere zó geniaal is.

Centraal stond een modeshow, die ogenschijnlijk normaal verloopt met harde muziek, springerig licht en lekkere wijven, totdat Herman Koch opkomt in een regenjas. Als daarna Michiel Romeijn als konijnenmodel de catwalk oploopt en even later Kees Prins, met getroubleerde blik, dan kan de aflevering al niet meer stuk. Hoera! Jiskefet is terug! Dan is er nog niets bewezen, want de heren van Jiskefet kampen afzonderlijk en als drietal met een gevaarlijke verwachting. In het beste geval evenaren ze zichzelf. Dat is een compliment én een belediging tegelijk.

In de eerste aflevering rent een zekere houthakker naar een huis waar een blonde vrouw begerig uit een zolderraam hangt. In een kamer zien we haar blote billen en daarachter, op de rand van een bed, Kees Prins en een jongetje, die recht tegen haar billen aankijken. Prins zegt tegen het jongetje dat-ie daar vandaan komt. Einde scène. Het wordt er niet veel leuker op als je 'm ziet, kan ik verzekeren. De houthakker en de blonde vrouw valt niets te verwijten, al zou ik iedereen afraden een bijrol in Jiskefet aan te nemen. Behalve Jufrouw Jannie is het bijna niemand gelukt om naast het drietal staande te blijven. Bijna, schrijf ik, want juist in deze eerste aflevering zat een dame die het geweld bij kan houden. Tegenover Michiel Romeijn nota bene, volgens mij een wandelend improvisatiekanon. Romeijn en Prins lopen een huiskamer binnen waar een vrouw voorover gebogen staat te stofzuigen. Romeijn grijpt de vrouw van achteren. Ze legt zijn handen giechelend op haar borsten, draait zich om en schrikt: ze had iemand anders verwacht. "Lieverd!" Het is zijn moeder. Romeijn zakt naast de vrouw onderuit in een bankstel, zo ver dat hij bijna met z'n nek de zitting raakt. De vader des huizes, waar Romeijn een sterke band mee heeft, is dood. Moeders praat er een beetje omheen dat ze een nieuwe vlam heeft en Romeijn kookt bijna hoorbaar van woede. Daar is plotseling de vlam! Koch met baard en badjas die 'het gat wil opvullen' dat vader heeft achtergelaten. Denkt u dat Romeijns personage daar wel of niet oren naar heeft? Om je vingers bij af te likken. Ik zat op het puntje van mijn stoel en kon er niet zoveel plezier van hebben als ik had gewild, omdat ik voortdurend vreesde dat het afgelopen zou zijn.

De absurde humor van Jiskefet komt naar mijn mening het best tot zijn recht in werkelijke situaties, want een konijn op een catwalk kan wel leuk zijn, maar nooit ontroeren. Als monsieur Hulot niet op vakantie gaat, is er weinig aan. De surrealistische Dierenwinkel bewijst mijn ongelijk, maar ik beweer ook niet dat het altijd opgaat. Laat ik het zo zeggen: Jiskefet is gewoon af en toe kut met peren en dat overkomt de sketches die nergens over gaan vaker, dan de sketches die wél ergens overgaan.




Weer terug?