Mhihihihihi - Pimmetje

Jiskefet - Pimmetje



Hey!

Hey!

Sorry dat ik wat laat ben, ik zat in een file vast.

Ja, kan gebeuren he.

Maar, zullen we maar meteen beginnen, he?

Ja.

OK.

Wil je even wat horen?

Gaarne.

Dit is Pim.

Je mag iets verder naar achteren.

Dit is Pim.

Dit is goed.

Ja OK. Start de band maar wat mij betreft.



Ik start hem. Hij loopt.



Dit is Pim. Dag Pim. Ga je wandelen?

Nee, zegt Pim.

Oh Pim. Ga je dan boodschappen doen, voor moeder?

Ook niet, zegt Pim..

Maar wat ga je dan doen, Pim?

Wacht, zegt Pim. Ik zal je laten zien wat ik ga doen.

Pim loopt naar de schuur.

Wat pak je nou, Pim? Een ladder?

Pim zet de ladder tegen het huis.

Niet er op klimmen, Pim. Dat is gevaarlijk.

Dat maak ik wel uit, zegt Pim!

Nu staat Pim boven op het dak. Oh oh Pim. Kijk toch uit!

Pim zegt: Ik ga springen.

Nee, Pim. Niet doen!

Nee hoor, zegt Pim. Ik ga niet springen. Poes Mimi gaat springen!

Pim pakt poes Mimi van achter de schoorsteen en houdt haar in de lucht.

Nee, Pim. Niet doen! Dan gaat poes Mimi dood.

Precies! zegt Pim.

Maar Pim, kunnen we er niet over praten?

Wat is er?

Pimmetje heeft Mimi gegijzeld.

Zal ik de politie bellen?

Ja en de juffrouw van zijn klas. Wat gebeurt er?

Pimmetje heeft poes Mimi gegijzeld.

Oh jezus. Je moet hem aan de praat houden. Heb je de politie al gebeld.

Ja dat ga ik nou net doen.

Schiet op dan!

Wacht even. Hallo Pim. Hallo Pim! Weet je nog wie ik ben? Pim? Pim?

Pim houdt zijn mond.

Zo, daar zijn we dan. Werd er iemand gegijzeld hiero?

Ja, we hebben de brandweer ook maar meteen gewaarschuwd. Hallo, unit 22, hoe gaat 'ie daar? Over.

Hier Unit 22. Ik heb hem in het vizier. Ik blaas hem zo van die dakgoot af. Over en sluiten.

Wie kent de persoon in kwestie het beste?

Ja, eh... Ik denk ik. Maar hij wil niet naar me luisteren.

Ik luister naar niemand! roept Pim opeens. Ik laat Mimi vallen! Ik ben het zat!

Twee dagen gaan voorbij. Nog steeds staat Pim op het dak. Hij zegt al twee dagen niks meer. Het hele land is in rep en roer. Nu gaat zelfs de Koningin zich er mee bemoeien.

Pim, hier spreekt je Vorstin. Keer terug op je schreden, Pim. Laat de poes Mimi gaan. Ik smeek het je.

Pim geeft nog steeds geen antwoord. Ik krijg een idee. Wil je honderd gulden, Pim?

Pim zegt niets.

Wil je twee honderd gulden, Pim?

Zet er maar twee nulletjes achter, zegt Pim. En dat elke maand. En dat wil ik zwart op wit. Plus vakantietoeslag. En geen gezeik met kleine lettertjes. En ik wil een andere image. En inspraak in de filmpjes waarin ik speel.

Nou, dat is goed, Pim. Afgesproken! Laat je de poes Mimi dan nu weer gaan?

Pim zet de poes weer op het dak en gaat de ladder af.

Zet je de ladder weer in het schuurtje, Pim? Waar die hoort?

Hele dikke plakken stront in je nek! zegt Pim. En hij laat de ladder staan.

Maar oh la la. Daar komt de baas van omroepland aan. Hij neemt Pim over de knie.

Dacht je dat we dat gingen betalen, dekselse kwajongen?

Au au. Dat doet zeer, he, Pim?

Ja, wie z'n billekes brandt, moet op de blaren zitten.

Daar komt Pim's moeder thuis van haar werk.

Dag Pim! zegt zijn Moeder.

Dag moeder! zegt Pim.

Kom maar gauw naar binnen, dan maak ik een extra dikke boterham met kaas voor je.

Dag Pim! Tot de volgende keer..



Pfffff....

Oh...

Oh jongens, wat een hel zeg. Die Pimmetje...

Die Pimmetje.

Nou, Majesteit.

Tot de volgende keer he?

Dag...




Weer terug?